Mijn vriend Rachid en ik groeiden op in twee verschillende werelden, 7.855 kilometer bij elkaar vandaan. Rachid op een tropisch eiland met parelwitte stranden en palmbomen, ik in een land waar er nog steeds ieder jaar wordt gehoopt op een Elfstedentocht. Rachid in een Latijns-Caribische cultuur met magische invloeden, ik in een nuchtere, georganiseerde maatschappij. Rachid op Curaçao, ik in Nederland.
Ongeveer de helft van de Curaçaoënaars woont in Nederland. Rachid is er daar één van. De historische, politieke en bestuurlijke vervlechting van de twee landen binnen het Koninkrijk maakte dat Rachid in 2010 in Nederland kon studeren, om vijf jaar later mij te ontmoeten.
Maar na zes jaar verkering, meerdere bezoeken aan Curaçao en een vriendengroep die is verrijkt met veel Antillianen, vraag ik me af of die grote oversteek destijds wel zo simpel was als dat het lijkt.